Boven op een uitkijktoren met een geweldig uitzicht is het bijna onmogelijk om niet naar je camera te grijpen. Zo’n moment wil je bewaren. Een panoramafoto is daar perfect voor, want die laat het hele uitzicht zien, van horizon tot horizon. Je vangt niet alleen wat er te zien is, maar ook dat gevoel van ruimte en vrijheid dat je daarboven hebt. Een goede panoramafoto maken vraagt wat geduld, maar het is helemaal niet ingewikkeld. Met een paar slimme instellingen, een beetje voorbereiding en de juiste spullen maak je beelden waar je later met plezier naar terugkijkt. Hier lees je hoe je dat aanpakt zonder dat het te technisch wordt.
Geschreven door 24 Webvertising
Kies de juiste camera
Fotografeer je vaak panorama’s of werk je graag vanaf hoge plekken, dan helpt een camera die snel scherpstelt en een kantelbaar scherm heeft. Dat scheelt een hoop gehannes, vooral als je iets boven je hoofd fotografeert. Een camera die dat allemaal goed kan, is de Sony A6400 kopen. Hij is compact, snel en scherp, met 24,2 megapixels en een handig uitklapbaar scherm. Perfect voor als je op zoek bent naar kwaliteit zonder een log toestel mee te slepen.
Kies een lens die bij je past

Veel mensen grijpen meteen naar een groothoeklens als ze een landschap willen vastleggen, maar voor panorama’s werkt dat vaak minder goed. Een groothoek kan de foto’s wat krom trekken, waardoor het samenvoegen lastiger wordt. Een standaardlens tussen 35 en 80 millimeter doet het meestal beter. Die geeft een natuurlijker beeld en zorgt dat alle foto’s netjes op elkaar aansluiten. Zo krijg je een panorama dat klopt, zonder dat je het in de nabewerking hoeft te redden.
Zet je camera stevig neer
Een goed statief is goud waard. Het houdt je camera stabiel en voorkomt dat er kleine verschuivingen ontstaan tussen de foto’s. Dat maakt het samenvoegen straks veel makkelijker. Gebruik het liefst een statief met een kop die soepel draait, zodat je de camera rustig kunt bewegen. Pak er even een waterpas bij, want een scheve horizon krijg je later maar lastig recht.
Fotografeer in RAW en stel zelf alles in

Fotografeer in RAW, dan heb je meer speelruimte bij het bewerken. De camera maakt dan nog geen automatische aanpassingen, dus je houdt zelf controle over de kleuren en het contrast. Gebruik handmatige instellingen voor belichting, witbalans en scherpte. Zo blijft alles gelijk in de hele reeks foto’s. Dat klinkt misschien wat precies, maar het voorkomt een hoop correctiewerk achteraf.
Let op hoe je fotografeert
Bij panorama’s werkt de portretstand verrassend goed. Je krijgt daardoor wat meer hoogte in je beeld, en dat ziet er natuurlijker uit. Laat elke foto ongeveer een derde overlappen met de vorige, zodat de software ze straks makkelijk kan samenvoegen. Maak gerust wat extra foto’s. Het is vervelend als je achteraf merkt dat er net een stukje mist, en wat extra’s maken kost je maar een minuut.
Maak er een geheel van
Ben je klaar met fotograferen, dan kun je de beelden samenvoegen in Lightroom of Photoshop. Beide programma’s hebben een makkelijke functie om automatisch panorama’s te maken. Even wachten, en je ziet je uitzicht tot leven komen in een brede foto. Daarna kun je nog wat bijsnijden of de kleuren finetunen tot het beeld precies klopt met wat jij daarboven zag.